Cultuurhistorisch Museum

Ontstaan
Zo is het museum ooit begonnen: een groepje vrijwilligers wilde graag de geschiedenis van het boerenleven op Texel bewaren voor het nageslacht. In de oude stolpboerderij werden ondermeer werktuigen, authentieke boerenwagens, landbouwmachines, koetsen en sleeën bewaard. De collectie groeide en het museum breidde verder uit. Tegenwoordig beslaat de expositie zo’n 1500 vierkante meter. Door de jaren heen verbreedde ook de collectie. De nadruk lag niet langer meer op het boerenleven, maar werd verlegd naar het eilandleven in het algemeen. De oorspronkelijke naam Agrarisch en Wagenmuseum werd veranderd in Cultuurhistorisch Museum Texel wat de lading veel beter dekt.

Vrijwilligers
Nog steeds wordt het museum in De Waal volledig gerund door vrijwilligers. Zij doen hun uiterste best om de exposities afwisselend en aantrekkelijk te houden. Zo zijn er tijdelijke tentoonstellingen waarin bijvoorbeeld aandacht is voor Texel 600 jaar stad en wordt de oudste kaart van Texel, uit 1594, tentoongesteld. Aandacht is er ook voor de ruilverkaveling op Texel en de rol van de vrouw. Texelse boerinnen waren vroeger verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de inkomsten op de boerderij! Zij verdienden hun geld met boter en kaas maken, mestten de varkens en voerden het jongvee en de kippen. Ook hielpen ze met oogsten en zorgden ze voor een goede wintervoorraad.

Demonstraties
In het museum is ook ruime aandacht voor oude ambachten. Meerdere keren per week zijn er demonstraties smeden, waarbij bezoekers kunnen ervaren hoe een smid te werk gaat en hoe bijvoorbeeld een hoefijzer wordt gesmeed. Ook zijn er demonstraties houtbewerken.

Nostalgie
De oude koetsen, sleeën en boerenwagens zullen bij oudere bezoekers zeker herkenning oproepen. Jeugdige museumbezoekers gaan op ontdekking in het museum via een speurtocht. Ook kunnen ze hun naam laten slaan in een hoefijzer.