De Texelse duinen
Gevarieerd landschap De hoogteverschillen in het uitgestrekte duingebie...
Duinplas
Eendenkooien liggen vaak in een bosje in afgelegen gebied. Het bosje rond de Korverskooi, toentertijd bestaande uit elzen, dennen en eiken, werd in de beginjaren aangeplant rond een duinplas. Deze duinplas werd gebruikt als kooiplas. De reden dat eendenkooien verstopt werden voor het grote publiek, was dat de kooiker in alle rust zijn gang moest kunnen gaan met het vangen van eenden.
Eenden
Een eendenkooi zoals de Korverskooi bestaat uit een kooiplas – een watertje, in dit geval een duinplas – met vangpijpen en een fuik. In het watertje zwemmen tamme eenden, die de wilde eenden naar de kooi moeten lokken. De kooiker verschuilt zich met zijn assistent, een hondje, achter de rietschermen langs de vangpijp. Wanneer er zich een wilde eend in de eendenkooi bevindt, trekt het hondje van de kooiker de aandacht. De nieuwsgierige eend zwemt in de richting van het hondje, waar ook de kooiker zich bevindt. Als deze tevoorschijn komt, schrikken de wilde eenden, verlaten ze de pijp en belanden ze in de fuik, waar de kooiker ze in een hokje opsluit.
Zangvogels
Sinds 1961 worden de eenden in de Korverskooi alleen nog gevangen voor onderzoek. Dit onderzoek wordt sinds 1993 uitgevoerd door vrijwilligers van Vogelwerkgroep Texel; voor die tijd lag dit werk in handen van Staatsbosbeheer. Ook zangvogels worden met behulp van een speciale val in de Korverskooi gemerkt. Deze zogenaamde Helgolandval, een constructie van buizen en gaas, is 40 meter diep. Aan het einde van de fuik bevindt zich een vanghokje. De vogels – van winterkoning tot buizerd – worden met vogelgeluiden, fruit en zaden in de val gelokt. Daar worden ze geringd en opgemeten. Sinds circa 25 jaar worden in de Korverskooi ook nachtvlinders gevangen en geregistreerd.